Een wet van 28 december 2023 voert twee nieuwe voorwaarden in voor de aftrek van beroepsmatige huur, en dat al vanaf inkomstenjaar 2023 (aanslagjaar 2024)! Voldoet uw vennootschap aan die voorwaarden?

Huurt uw vennootschap een onroerend goed voor beroepsgebruik, dan maakt de huur in principe deel uit van de aftrekbare beroepskosten  (art.  52,  1°  WIB  92). Tot nu toe volstond het voor de aftrek dat de algemene voorwaarden inzake beroepskosten vervuld waren (art. 49 WIB 92). U moet nl. bewijzen dat de kosten te maken hebben met uw beroepsactiviteiten. Verder moet u aantonen dat u of uw vennootschap die kosten gemaakt heeft om belastbare inkomsten  te verkrijgen of te behouden. Tot slot moet u ook het bedrag en de echtheid van de kosten bewijzen.
Eind 2023 werden er twee extra voorwaarden ingevoerd (wet van 28.12.2023, BS 29.12.2023):
Huurt uw vennootschap een onroerend goed, dan moet ze vanaf aanslagjaar 2024 (inkomstenjaar 2023) bij de belastingaangifte, formulier nr. 270 MLH (BS 14.03.2024) voegen met: (1) de identiteit van de verhuurder(s) of degene(n) die een opstalrecht, een recht van erfpacht of een andere zakelijk gebruiksrecht verleent (of verlenen); (2) het adres van het onroerend goed; (3) het bedrag van de huur die u in het inkomstenjaar of boekjaar betaald of toegekend heeft; en (4) het deel ervan dat u als beroepskosten in aftrek neemt (art. 307 , §2/2 WIB 92).
Zonder die bijlage is de betaalde huur niet aftrekbaar.
De bijlage is ook verplicht als u een vergoeding voor vruchtgebruik, opstal of erfpacht als beroepskosten inbrengt.
Als de huur gefactureerd wordt, dan moet formulier nr. 270 MLH niet ingediend worden.
Normaal moeten op het totaalbedrag van de huur en huurvoordelen van een huurovereenkomst 0,2% registratierechten worden betaald (art. 83, lid 1, 10 W.Reg.).

Uw vennootschap betaalt reeds jaren uw sociale bijdragen, omdat uw accountant zegt dat dit veel interessanter is dan deze privé te betalen? Is dat effectief zo?

 

U betaalt uw sociale bijdragen privé

Betaalt u uw sociale bijdragen zelf, dan zijn deze (net als uw premie VAPZ) bij u privé aftrekbaar van uw belastbaar inkomen.

Stel, u neemt een loon op uit uw vennootschap van €45.000 en u betaalt thans per kwartaal € 1.900 sociale bijdragen, of m.a.w. € 7.600 op jaarbasis. Uw belastbaar inkomen is dan gelijk aan € 36.278 ((= € 45.000 –  € 7.600) -3% forfaitaire kosten).

Uw BV betaalt uw sociale bijdragen via rc

Worden de sociale bijdragen betaald via de rc, dan staat uw vennootschap u een renteloze lening toe. U zal elk jaar in de personenbelasting belast worden op een fictieve rente. De tarieven voor het voordeel alle aard (VAA) gratis lening worden telkens pas na het inkomstenjaar van de lening vastgesteld, aan het begin van het volgende jaar. De interestvoet waarmee het VAA gratis lening via uw rc voor 2023 moet worden berekend, bedraagt 5,43% (KB 12.01.2024, BS 25.01.2024). Het tarief van 2024 zullen we pas begin 2025 kennen.

Uw belastbaar inkomen zal hoger liggen dan wanneer u uw sociale bijdragen privé betaalt. Dat komt doordat het VAA gratis lening belastbaar is. Hoeveel dat zal zijn, weten we nog niet, omdat die interest voet pas begin 2025 gepubliceerd zal worden. Als we de (lage) interestvoet van 2024 gebruiken, dan zou het VAA slechts € 162 bedragen. Op dat VAA zal u dan ook sociale bijdragen en personenbelasting verschuldigd zijn. In ons voorbeeld komt dat ongeveer uit op 60%, zijnde €97,20.

Als u een rc-tegoed heeft waarvan de door uw vennootschap betaalde sociale bijdragen in mindering gebracht worden, zal er geen VAA gratis lening zijn. U zal dan wel minder interesten op uw rc-tegoed kunnen vragen en dat is misschien wel spijtig, want de maximaal aftrekbare interestvoet voor kalenderjaar 2024 bedraagt 8,02%!

Uw BV betaalt uw sociale bijdragen als bezoldiging bovenop

Het feit dat uw vennootschap uw privé sociale bijdragen betaalt en ten laste neemt, is in eerste instantie een privé belastbaar voordeel, net zoals voor uw auto van de vennootschap. U wordt er dus privé bijkomend op belast, maar tegelijkertijd blijven ze ook privé aftrekbaar.

We nemen dezelfde cijfers als daarnet, zijnde een loon van € 45.000 en sociale bijdragen van € 7.600. Uw belastbaar inkomen is nu gelijk aan € 43.650 (= (€ 45.000 + € 7.600 (belastbaar voordeel sociale bijdragen) – € 7.600 (aftrekbare sociale bijdragen)) – 3% forfaitaire kosten).

Houdt u uw loon zoals het is en laat u uw sociale bijdragen ineens door uw vennootschap betalen, dan geeft u zichzelf een loonsverhoging. Bij de eindafrekening van de sociale bijdragen over inkomstjaar 2024, die u in principe eind 2025 zal ontvangen, zal uw sociaal verzekeringsfonds rekening houden met hoger belastbaar inkomen (€ 43.650 i.p.v. € 36.278).Daardoor zal u in ons voorbeeld ongeveer € 1565 moeten opleggen.

U zal op dit voordeel ook de normale personenbelasting moeten betalen, wat in ons voorbeeld al snel oploopt tot € 3.136!

Wilt u uw sociale bijdragen toch door uw vennootschap laten betalen zonder dat u bijkomend sociale bijdragen en personenbelasting moet betalen, laat dan uw loon dalen met het bedrag dat uw vennootschap van uws privé sociale bijdragen ten laatste neemt.